Wat me vandaag opviel, was de ondraaglijke eenzaamheid die steeds meer mensen lijkt te omhullen. In deze tijd lijkt er geen ontsnappen aan het gevoel van alleen zijn, want alles en iedereen herinnert je aan het belang van samenzijn: met je partner, je gezin, je familie. Maar als je geen echte connectie hebt met een van deze aspecten of om welke reden dan ook je plek daarin verloren hebt, voel je je niet bepaald een succesverhaal in deze wereld die gedomineerd wordt door Instagram en schijn.
Ik ken mensen die zich loskoppelen van sociale media omdat het simpelweg te pijnlijk is. Of die op geloofwaardige wijze een nep-partner, denkbeeldig gezin of zelf samengestelde familie creëren. Niet om anderen te misleiden of geld af te troggelen, maar als een manier om de gekke wereld om hen heen te laten geloven dat ze niet eenzaam of alleen zijn.
Eenzaamheid is echter een taboe om te delen.
We zwijgen het dood, camoufleren ons verdriet
of lachen het liever weg,
uit angst voor nog meer uitsluiting.
Pijn, verdriet, eenzaamheid, rouw… we verbergen het allemaal liever in de digitale vergeetput, in de hoop dat het vanzelf verdwijnt. Praten met vrienden of familie over deze zaken? Dat lijkt bijna onmogelijk.
In mijn oase van discretie en zwijgplicht (mijn therapieruimte) worden hier, zonder reserves, de gevoelens van verdriet, klachten en scherpe pijn geuit over uitsluiting, eenzaamheid en zelfs vervreemding. Jong of oud, deze epidemie verspreidt zich geruisloos en wordt verzwegen. De ultieme straf lijkt de verbanning naar een onbewoond eiland te zijn, simpelweg omdat je (te) verdrietig bent.
Onze samenleving lijkt steeds meer te draaien om de verpakking, inclusief het inpakken van dit taboe. Het gaat niet meer om de inhoud, om de diepgewortelde eenzaamheid van de ongelukkige medemens. Het draait enkel nog om het streven naar de perfecte consument.